Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Paulus, [1]een dienstknecht van Jezus Christus, [2]een geroepen apostel, [3]afgezonderd [4]tot het Evangelie van God, 1. Waarom Paulus, die tevoren Saulus heet, den naam Paulus in al zijne zendbrieven heeft gehouden, daarvan zie de reden in de aantekening Hand.13:9. 2. Of, geroepen tot een apostel; welken titel hij zichzelven hier geeft, om terstond in het begin aan te wijzen dat de vermaningen, die hij in dezen brief den Romeinen doet, naar eis van zijne beroeping geschieden; zie Hand.9:15; 2 Kor.5:19,20. 3. Namelijk van moeders lichaam aan in Gods voornemen, Gal.1:15, en daarna inderdaad door het bevel des Heiligen Geestes, om het Evangelie onder de heidenen te verkondigen; Hand.13:2. 4. Namelijk om hetzelve te prediken.